Als hoofdgerecht stond Kabuli Palaw op het menu. Dat is het nationale gerecht dat elke Afghaan kent en iedere dag zou kunnen eten. Het wordt altijd met verschillende soorten vlees gemaakt. Deze keer was het met kalkoen. Het vlees moet 1 uur stoven zodat het heel mals is. Alle minderjarigen kennen dit traditionele recept uit hun hoofd en de begeleiders hielpen met de aantallen in te schatten. Eén keer per maand koken de jongeren in het opvangcentrum met hun kamergenoten. Dan koken ze altijd een beetje meer voor hun vrienden. Meestal maken ze rijst voor een 10-tal personen. Een groep van 100 is wel veel meer dan ze gewoon zijn.

Iedereen vond het erg lekker en ook de nieuwe ingrediënten vielen bij iedereen in de smaak. De jongeren kregen veel complimentjes en genoten van de aandacht. Iemand merkte op “Dit gerecht lijkt een beetje op de Afghaanse versie van friet met stoofvlees”.

Voor de chef-koks onder ons die dit recept ook graag thuis willen maken, hebben we het recept uitgeschreven voor 10 personen;

Ingrediënten: 1,5kg rijst, 1,5kg kalkoenfilet, 250g tomaten, 2,5cl zonnebloemolie, 2 ajuinen, 300g wortelen, 200g rozijnen, venkelzaad, knoflook, zout en andere kruiden naar smaak.

• Voor het weken van de rijst:
  • Spoel de rijst 3 keer met lauwwarm water tot het water bijna helder is.
  • Week vervolgens de rijst in lauwwarm water in een ruime pan voor minimum 2uur. Zorg dat het water ruim boven de rijst ligt. Plaats er een deksel op en zet opzij.
• Voor de wortelen en rozijnen:
  • Was de wortelen schoon en snijd ze vervolgens in dunne lange reepjes. Het is belangrijk dat deze niet te dik zijn maar ook niet erg dun want dan breken ze af. Deze snijtechniek heet “julienne”. Zet de reepjes wortel opzij.
  • Was vervolgens de rozijnen met water en plaats deze in een kom.
  • Verhit daarna een pan met een beetje zonnebloemolie.
  • Voeg hieraan de reepjes wortelen toe en giet er een scheutje water bij. Roer alles mooi samen en laat de wortelen voor een aantal minuten zachter worden op een laag vuurtje zodat ze mooi zacht worden gestoomd.
  • Verwijder de wortelen met een schuimspaan uit de pan en plaats ze op een bord.
  • Doe daarna de rozijnen in dezelfde pan en laat deze voor een aantal seconden even kort aanbakken. Verwijder deze uit de pan en plaats ze bij de wortelen. 
• Voor het vlees:
  • Verhit een ruime pan met een beetje zonnebloemolie.
  • Voeg hieraan de ui, tomaten en knoflook aan toe. Bak deze totdat de ui zacht wordt en een beetje bruin begint te worden. Dit kan een aantal minuten duren dus heb zeker geduld tijdens deze stap. Voeg vervolgens de tomaten toe zodat dit een kruidige pap wordt.
  • Voeg 80% van het vlees hieraan toe en laat deze even kort aanbakken samen met de ui en knoflook. Als het rooskleurige van het vlees wat bruin wordt, voeg je alle kruiden hieraan toe. Meng alles mooi samen en laat even kort aanbakken op een laag vuurtje.
  • Giet nu het water hieraan toe totdat het vlees bijna bedekt is met het water. Zet de deksel op de pan en laat het geheel voor 1uur koken zodat het vlees lekker mals wordt.
• Voor het koken van de rijst:
  • Herhaal stap 1,2 en 3 van de bereiding van het vlees. Doe dit met de resterende 20%.
  • Giet de rijst af die je hebt geweken en voeg deze toe.
  • Voeg water toe aan het mengsel.
  • Laat de rijst voor ongeveer 8min koken op een middelhoog vuurtje.
  • Maak vervolgens gaten in de rijst. De gaten zorgen ervoor dat de rijst straks zal stomen en zo gaar zal worden.
  • Voeg de rozijnen en wortelen toe boven op de rijst. Dit is puur om het op te warmen en verder te laten stomen in de pan.
  • Plaats dan vervolgens een schone theedoek tussen het deksel en de pan. Dit zorgt ervoor dat de rijst mooi kan stomen en zo het vocht opneemt.
  • Plaats de deksel van de pan erop en laat de rijst voor 1 uur koken. Je doet dit het beste in een hogedrukpan, maar je kan ook een zwaar gewicht leggen op het deksel zodat er geen lucht uit de pot kan.

De bereidingstijd van de rijst moet heel strikt gerespecteerd worden. De rijst moet ook koken onder hoge druk. De jongeren maken torens op het deksel met daarop een zwaar gewicht zodat er zeker geen lucht kan verloren gaan.

Dé gouden tip is om niet basmati rijst te gebruiken, maar kwaliteitsvolle Pakistaanse of Afghaanse rijst.

Smakelijk!