Reserveplaatsen, indien nodig
Fedasil en zijn partners starten geleidelijk aan met de inrichting van reserveplaatsen voor de opvang van asielzoekers. Deze bufferplaatsen worden niet gebruikt, maar kunnen snel operationeel zijn in geval van een plotse toevloed van asielzoekers.Een van de belangrijke lessen die we uit de Belgische opvangcrisis (van 2008 tot 2012) hebben getrokken, is dat het opvangnetwerk niet flexibel genoeg was om te reageren op plotse veranderingen, zoals een onverwachte toestroom van asielzoekers of een langer verblijf in de opvangstructuren. In allerijl nieuwe opvangplaatsen openen is vaak arbeidsintensief en kostelijk en biedt geen enkele garantie dat alle asielzoekers ook effectief een onderkomen vinden. Met de inrichting van reserveplaatsen maakt Fedasil het opvangnetwerk een stuk flexibeler.Opvangcentra en OCMW'sDe reserveplaatsen worden ingericht in collectieve centra, van Fedasil en het Rode Kruis, en in lokale opvanginitiatieven (LOI’s) van de OCMW's. Het gaat altijd om bestaande plaatsen die worden omgevormd tot bufferplaatsen. In een centrum wordt bijvoorbeeld een vleugel van het gebouw gereserveerd voor bufferplaatsen. Een OCMW met reserveplaatsen kan die plaatsen gebruiken om andere hulpbehoevenden op te vangen, maar indien nodig kan Fedasil de plaatsen snel opeisen.Het concept is nieuw in België, maar in andere Europese landen is het al goed ingeburgerd. Uit een studie van het Europese EPRA-netwerk blijkt dat de reservecapaciteit idealiter zo’n 10 tot 20% van de operationele capaciteit bedraagt. In dit stadium streeft Fedasil voor België naar een structureel netwerk van 18.000 opvangplaatsen en 1800 reserveplaatsen.
- http://fedasil.be/nl/figures