Opvangnetwerk telt vandaag 30.000 plaatsen
In het voorjaar van 2015 bestond het opvangnetwerk uit 16.000 plaatsen. Toen in de zomer van vorig jaar het aantal asielaanvragen plots begon te stijgen, was er nood aan extra opvang. Op enkele maanden tijd creëerde Fedasil samen met partners ongeveer 18.000 nieuwe plaatsen. De opvangcapaciteit bereikte met meer dan 35.000 plaatsen een recordhoogte eind 2015. Op zes maanden tijd was de opvangcapaciteit in ons land meer dan verdubbeld.Op de ministerraad van 3 juni 2016 besliste de regering om het aantal opvangplaatsen opnieuw af te stemmen op de gedaalde instroom. Met minder asielaanvragen koos de regering ervoor om het aantal plaatsen af te bouwen.Sluiting van plaatsenIn totaal zullen tot eind 2016 10.000 opvangplaatsen verdwijnen. Vanaf 1 juli startten Fedasil en zijn partners daarom met de stapsgewijze afbouw: in een eerste fase werden alle noodopvangplaatsen (tenten, campings enz.) gesloten. In een tweede fase zullen tijdelijke plaatsen worden afgebouwd. Dit gebeurt zowel door het sluiten van een dertigtal centra als het terugbrengen van de capaciteit in de centra die open blijven.Begin oktober zijn al meer dan 5.000 plaatsen gesloten: het netwerk van Fedasil dook op 13 oktober onder de symbolische kaap van 30.000 plaatsen.Verschillende opvangcentra sloten onlangs hun deuren, namelijk Saint-Hubert (Fedasil), Sijsele (Rode Kruis) en Vilvoorde (Rode Kruis). In het najaar zullen de federale centra in Koksijde, Elsenborn, Overijse en Zaventem hun deuren sluiten. De huidige uitdaging is om alle betrokken bewoners vanuit de centra die sluiten over te plaatsen.De doelstelling van de regering is om tegen het begin 2017 een opvangnetwerk van 25.000 structurele plaatsen te voorzien, met daar bovenop 7 à 8.000 bufferplaatsen.