Zoals vastgelegd in de opvangwet (de wet van 12 januari 2007 betreffende de opvang van asielzoekers en van bepaalde andere categorieën van vreemdelingen) en in andere bepalingen hebben verschillende groepen van vreemdelingen recht op opvang in België en worden zij bijgevolg ondergebracht in het opvangnetwerk dat beheerd wordt door Fedasil (de opvangcentra en de individuele woningen).

Eind mei 2008 werden er ongeveer 15.000 personen opgevangen. Het is algemeen bekend dat de bezetting van de opvangstructuren sinds de zomer 2007 voortdurend is toegenomen. Vandaag kennen we een bezettingsgraad van bijna 95%.

Hierna vindt u een overzicht van wie er allemaal recht heeft op materiële opvang.

De verschillende doelgroepen die in het opvangnetwerk verblijven:

(situatie op 31.05.2008)

1. Asielzoekers van wie het dossier nog in behandeling is: ofwel bij de Dienst Vreemdelingenzaken, het Commissariaat-generaal voor de Vluchtelingen en de Staatlozen of de Raad voor Vreemdelingenbetwistingen.

Zij vertegenwoordigen bijna 44% van de opgevangen personen.

2. Personen die een negatief antwoord hebben gekregen op hun asielaanvraag en nadien een beroep hebben ingediend bij de Raad van State. Het gaat hier voornamelijk over asielaanvragen ingediend in het kader van de oude asielprocedure (voor juni 2007).

Zij vertegenwoordigen 31% van de opgevangen personen.

3. Personen met een verblijfsvergunning (erkende vluchtelingen, geregulariseerden, personen met een subsidiaire beschermingsstatus…) en die recht hebben op opvang in afwachting van de financiële steun.

Zij vertegenwoordigen bijna 7% van de opgevangen personen.

4. Personen van wie de asielaanvraag is afgehandeld maar die een verlenging van hun verblijfsvergunning hebben gevraagd (of gekregen), bijvoorbeeld om medische redenen of omdat zij een aanvraag hebben ingediend voor vrijwillige terugkeer.

Zij vertegenwoordigen meer dan 6% van de opgevangen personen.

5. Kinderen die hier illegaal verblijven met hun ouders, en waarvan een OCMW heeft vastgesteld dat de ouders niet kunnen voorzien in het levensonderhoud van de kinderen (Koninklijk Besluit van 24.06.2004). Deze families hebben recht op opvang (enkel in de centra van Fedasil en het Rode Kruis) tot de kinderen meerderjarig zijn. De meeste families verlaten het opvangcentrum op eigen initiatief voor deze termijn of dienen een asielaanvraag of aanvraag voor regularisatie in.

Zij vertegenwoordigen meer dan 7% van de opgevangen personen.

6. De niet-begeleide buitenlandse minderjarigen (jongeren die in België toekomen zonder hun ouders) die geen asiel hebben aangevraagd en meestal enkel in het bezit zijn van een aankomstverklaring. Zij vertegenwoordigen 0,5% van de opgevangen personen. De niet-begeleide buitenlandse minderjarigen die asiel aanvragen zijn niet opgenomen in deze groep.

7. Personen van wie de asielaanvraag verworpen werd, maar die nog recht hebben op opvang tijdens een overgangsperiode: sommigen bevinden zich nog binnen de termijn om een beroep in te dienen tegen de negatieve beslissing van de asielinstanties, anderen wachten nog op het bevel om het grondgebied te verlaten of bevinden zich nog binnen de toegelaten termijn (5 dagen) om de opvangstructuur te verlaten. Alles samen vertegenwoordigt deze groep minder dan 5% van de opgevangen personen.