Een nieuwe thuis
Mojeebullah, hoe kwam je terecht bij Fedasil Koksijde?
“Enkele jaren geleden was ik niet langer veilig in Afghanistan en sloeg ik op de vlucht. In februari 2020 kwam ik in België aan, een week later kon ik in het opvangcentrum van Koksijde terecht. Ik woonde hier 4 maanden op een kamer met 11 anderen, daarna sloot het centrum de deuren. Even later kreeg ik de vluchtelingenstatus toegekend: ik mocht in België blijven! Ik hoorde vorig jaar van Cindy, een vrijwilligster uit Koksijde die ik sinds 2020 als mijn zus zie, dat het centrum opnieuw zou opengaan. Ik heb mijn kans gewaagd en me kandidaat gesteld als begeleider. Zo geschiedde.”
Denk je dat jouw ervaringen ervoor zorgen dat je de jongens iets extra kan bieden als begeleider? “De collega’s hier halen alles uit de kan om de bewoners elke dag opnieuw te helpen. Maar ik heb hier echt gewoond, ik weet hoe het is om te leven in een opvangcentrum, voor de jongeren ben ik een levend voorbeeld. Dat zorgt ervoor dat mijn lichaam me elke dag zegt: Werk zo hard je kan, help hen, probeer vandaag opnieuw een lach op hun gezicht te toveren. Jongeren die hier aankomen hebben een erg grote rugzak vol zorgen, verdriet en gemis.”
Heb je het gevoel dat we erin slagen om hen een warme thuis te bieden?
“Ja, voor de meeste jongens wel. In het begin willen ze vaak niet blijven, maar na enkele dagen willen ze hier niet meer weg. Doordat ik hun taal spreek, kan ik in het begin – als ze het Nederlands nog niet onder de knie hebben – met hen spreken als ze het moeilijk hebben. Als zij dansen, dans ik met hen mee. Als zij moeten poetsen, poets ik met hen mee. Als zij cricket spelen, speel ik met hen mee, ook al maken ze dan vaak grapjes over hoe klungelig ik speel...