Noodmaatregelen tegen overbezetting opvangnetwerk
Met een bezettingsgraad begin augustus van 95% (meer dan 15.000 mensen) heeft het opvangnetwerk zijn grenzen bereikt. Enerzijds zijn er te weinig vertrekken uit de opvangcentra en anderzijds zijn er ook meer aankomsten. Fedasil zal dan ook verschillende noodmaatregelen nemen die op lange én korte termijn een effect hebben.
Verplicht vertrek voor bewoners met verblijfstitel
Fedasil stuurde vandaag een richtlijn naar de federale en Rode Kruisopvangcentra die bepaalt dat personen met een verblijfstitel (erkende vluchtelingen, personen die genieten van subsidiaire bescherming of personen die geregulariseerd werden) de opvangstructuur uiterlijk na twee maanden moeten verlaten. Deze bewoners vormen een steeds groter wordende groep in de opvangcentra (momenteel meer dan zeshonderd). Als gevolg van deze richtlijn hoopt Fedasil vanaf 15 september ongeveer driehonderd plaatsen vrij te kunnen maken.
Van noodopvang naar overcapaciteit
Maar deze richtlijn alleen volstaat niet, zeker niet omdat er deze week ook een einde kwam aan de noodopvang in Lombardsijde. Onder meer door een onaangepaste infrastructuur, en een tekort aan begeleiding en personeel was van bij het begin duidelijk dat Lombardsijde maar een tijdelijke oplossing kon zijn.
Fedasil heeft nu beslist om voor een beperkte periode een overcapaciteit te creëren in enkele federale opvangcentra. Deze tijdelijke extra plaatsen worden vooral ingericht in gemeenschappelijke ruimten, zoals sportzalen, of door het plaatsen van tenten. Fedasil overlegt met de opvangcentra waar en hoe dit te realiseren.
Fedasil tracht met deze noodmaatregelen voldoende extra capaciteit te creëren om elke nieuwkomer opnieuw onmiddellijk een opvangplaats te kunnen bieden.
Structurele maatregelen?
Het is duidelijk dat deze noodmaatregelen alleen niet volstaan en dat er meer structurele oplossingen nodig zijn. Zo heeft de federale ministerraad op 25 juli een voorontwerp van wet van minister Arena goedgekeurd waardoor personen met een verblijfstitel in de toekomst vlotter de overstap zouden moeten maken van materiële naar de financiële steun. Volgens dat voorontwerp is het ocmw van bestemming (daar waar de betrokkene zich vestigt) bevoegd voor zaken zoals de huurwaarborg of de installatiepremie (en dus niet het ocmw van de gemeente van de opvangstructuur).