De Week van de poëzie
Oh mijn land
In dove eenzaamheid verstik ik
Het verlangen naar jouw liefde, als een hevige stortvloed
In rouw en tranen, verstik ik
De naald van mijn geborduurde herinneringen kwelt mij
De rozen
De tranen
Henna
Verstikt me
Mijn leven sindsdien als een herfstige maan
Met heimwee naar het afscheid van mijn geliefden
hunker ik naar onze kloppende harten, de band die mij zuurstof schenkt
Oh, mijn prachtige land
Aanvaard de excuses van je kinderen niet
Sommigen van hen vergeten je voor iets banaals
Anderen ... verkochten je voor iets onbeduidends
Ze verlaten je, en niemand die je vandaag nog met lichaam en ziel beschermt
Oh, vergeten vaderland, in woorden van vreugde
Lieten ze je liggen op de plank, in labyrinten van stof
Moet ik huilen?
Geen traan op de grond is genoeg voor jou
Al het verdriet dat ik neerpen
In deze brieven ... is niet genoeg
Vergeef me, mijn stem is moe
en mijn tong, hard
Gedichten die ik in mijn hart draag als een mand vol fouten ... verscheuren me
En mijn schip, nog steeds op zoek, in de zee van dit leven, naar jouw kust
Oh mijn land
Mijn verdriet voor jou wast mijn zonden en fouten niet weg
Mijn lichaam nam ik mee, maar mijn ziel, liet ik achter in jou
Ik hing het op als een olielamp
Dat mijn licht je dorst moge lessen
Mijn levensvreugde liet ik achter bij jou, en met jouw kwelling blijf ik achter
Oh mijn land ... is dit genoeg voor jou?
Nabil Mahmoud